Er is geen land ter wereld waar men beter weet hoe je hout moet behandelen dan in Zweden. Huizen worden van oudsher van hout gemaakt en geverfd in karakteristieke kleuren. Iedereen die in Scandinavië is geweest zal zich de Zweeds rode huizen kunnen herinneren. Sommige Zweden maken zelfs nog hun eigen verf, met een recept dat gebaseerd is op tarwemeel, water, aardpigmenten en lijnolie.
Een verf met oude traditie, maar zeer modern in termen van duurzaamheid. Zowel de samenstelling van de verf, de productie- als de afvalfase zijn volledig duurzaam en milieuvriendelijk. De verf is watergedragen, vrij van oplosmiddelen en het ruikt plezierig. De aardpigmenten die zorgen voor de fraaie matte kleuren bevatten vroeger nog wel eens lood, maar zijn inmiddels ook volledig vrij van rommel.
In Nederland noemen we deze verfsoort ook wel ‘dekkende beits’. De verf trekt in het hout waardoor de houtstructuur zichtbaar blijft. De verf is dampdoorlatend waardoor deze niet bladdert en het hout kan blijven ademen. Om die reden blijft het geverfde hout langer in goede staat. Door de matte afwerking is deze verfsoort niet alleen bijzonder duurzaam, maar ook bijzonder mooi.
In Zweden is het opvallende rood nog steeds de meest gebruikte kleur voor het verven van een houten huis. In Nederland hebben we minder houten huizen, maar verven we des te meer houten schuttingen, tuinhuizen en schuren. Nederlanders kiezen dan voor subtielere kleuren zoals (licht)blauw, antraciet en grijs. Sinds 2020 is de kleur zwart ook een echte trendkleur.