Het nieuwe kabinet van VVD, D66, CDA en ChristenUnie trekt 60 miljard euro uit om klimaatverandering en de stikstofcrisis aan te pakken. Dat geld wordt via fondsen verdeeld. Het akkoord heeft als titel: 'Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst'. De formatie heeft erg lang geduurd, de verkiezingen waren op 17 maart 2021.
In het regeerakkoord staat dat de focus van het overheidsbeleid de komende tijd vooral zal liggen op:
Het kabinet gaat in de komende tien jaar 35 miljard euro uittrekken voor klimaatregelen. Hier komt een zogenoemd ‘klimaat- en transitiefonds’ voor beschikbaar, dat onder andere gebruikt gaat worden voor de aanleg van warmte-, waterstof- en elektriciteitsnetten. Ook wordt er geld uitgegeven aan het verduurzamen van gebouwen en de mobiliteitssector. Dit bedrag komt bovenop de al bestaande subsidieregeling voor duurzame energie, de zogeheten SDE++-subsidie.
De coalitiepartijen willen ook dat bepaalde procedures versneld moeten worden, omdat grote projecten op het gebied van energie-infrastructuur nu te traag gaan. Het nieuwe kabinet gaat daarom gebruik maken van een aanpak die vergelijkbaar is met die van de Crisis- en Herstelwet, een wet die geplande bouwprojecten naar voren haalt door procedures te verkorten.
In het regeerakkoord staat ook dat de komst van twee nieuwe kerncentrales in gang wordt gezet. Dit plan zou mogelijk een doorbraak kunnen betekenen in het vergroenen van de energievoorziening. Het opwekken van kernenergie geeft namelijk vrijwel geen CO2-uitstoot, waardoor het minder schadelijk is voor het klimaat. Kolen- en gascentrales zijn daarentegen wel heel schadelijk.
Rekeningrijden houdt in dat je belasting betaalt naar gebruik en uitstoot van je auto in plaats van een vast bedrag per maand. Dit gaat ook gelden voor mensen met een elektrische auto. In het regeerakkoord staat dat het rekeningrijden wordt voorbereid maar pas na dit kabinet ingevoerd. Ook wordt de maximum snelheid binnen de bebouwde kom verlaagd naar 30 kilometer per uur voor zover mogelijk.
Het regeerakkoord bevat de belangrijkste doelstellingen voor het beleid van de regering in haar regeringsperiode: wat wil de regering doen en bereiken in de komende periode?
De regeringspartijen in de Tweede Kamer bepalen tijdens de kabinetsformatie het regeerakkoord. Zij moeten het eerst eens worden over een voorlopig regeerakkoord. Het definitieve regeerakkoord is een compromis tussen de verschillende partijstandpunten.
Als de nieuwe ministersploeg compleet is, komt het nieuwe kabinet bij elkaar voor een overleg. Daarbij verklaren de ministers het eens te zijn met het regeerakkoord. Daarna beëdigt de koning de ministers en staatssecretarissen.
Het nieuwe kabinet stelt een regeringsverklaring op met daarin de belangrijkste punten van het regeerakkoord. De minister-president spreekt de regeringsverklaring uit in de Tweede Kamer.