Het gebruik van hout in de bouw pakt aanmerkelijk gunstiger uit voor het klimaat dan op basis van de huidige MPG-systematiek wordt aangenomen. Dit blijkt uit een verkennend onderzoek van TNO naar het effect van vastlegging van koolstof in hout op de milieubelasting van een houten casco.
Dit zogenaamde biogene CO2 telt nu nog niet mee in de bepalingsmethode die gebruikt wordt in de wettelijk verplichte duurzaamheidstoets, de Milieu Prestatie Gebouwen (MPG). Uit de berekeningen blijkt dat als biogeen CO2 wél wordt meegerekend de netto bijdrage aan klimaatverandering gerelateerd aan de productie van de houten woningcasco’s de helft lager is.
In het onderzoek wordt een model gebruikt waarin het biogene koolstof wordt meegenomen in de duurzaamheidsprestatie. Daaruit volgt dat als de koolstofopslag in hout in een levenscyclusanalyse (LCA) over een periode van 100 jaar wel wordt meegerekend, er netto 50% minder wordt bijgedragen aan klimaatverandering (in kg CO2 emissie equivalenten), dan in het scenario zonder CO2-opname.
In het onderzoek is de klimaatimpact voor twee woningcasco’s berekend, in houtskeletbouw (HSB) en in kruislaaghout (CLT). Als de vastlegging van koolstof in hout meetelt, wordt de totale netto CO2 emissie gerelateerd aan de productie van de houten woningcasco’s veel lager. Bij HSB is sprake van een halvering, in het geval van CLT is de netto uitstoot van CO2 over honderd jaar zelfs negatief.
“Hout heeft als voordeel dat het uit een hernieuwbare bron komt” vertelt Peter Fraanje, expert circulair en biobased bouwen bij TNO en één van betrokken onderzoekers. “Bossen zijn, mits duurzaam verantwoord beheerd, een onuitputtelijke bron. Tijdens de groei van bomen wordt CO2 uit de lucht opgenomen en koolstof vastgelegd in hout. Als dit hout voor draagconstructies van gebouwen wordt benut, worden CO2-emissies voor langere tijd uitgesteld. Dit biogene koolstof telt nu nog niet mee in de duurzaamheidsprestaties van gebouwen en bouwwerken, zoals de MPG en de MKI (Milieu Kosten Indicator).
De MPG en MKI zijn belangrijke instrumenten om de duurzaamheid van bouwwerken te bepalen. Inmiddels is biogeen koolstof per 1 januari 2021 opgenomen als een aparte milieu-effectcategorie in de Europese norm voor LCA’s van bouwproducten, de EN15804. Dit biedt nieuwe mogelijkheden, want LCA’s liggen ten grondslag aan de MPG. Echter zijn er nog stappen nodig om biogeen CO2 ook in de MPG gewaardeerd te krijgen”, aldus Peter Fraanje.
Voor een verdiepende studie naar het potentieel van hout op klimaatverandering is het wenselijk te rekenen met voor duurzaamheid en circulariteit geoptimaliseerde casco’s. Daar is in dit verkennend onderzoek nog geen rekening mee gehouden. Ook moet worden bestudeerd hoe de netto lagere CO2 uitstoot van hout doorwerkt in een volledige MPG berekening. Een andere onderzoekslijn heeft betrekking op het hoogwaardiger hergebruiken van hout.
“Als houten casco’s droog en demontabel worden ontworpen en toegepast kan aannemelijk worden gemaakt dat koolstof langer dan 100 jaar opgeslagen blijft. Dit wordt in de huidige LCA methodiek aangemerkt als permanent en wordt dan wel meegerekend.”, aldus Peter Fraanje. “In een circulaire economie ga je constructiehout niet verbranden, zoals nu in LCA’s wordt aangenomen, maar steeds weer opnieuw gebruiken”.
TNO wil dit jaar samen met NIBE en TU Delft nader onderzoeken hoe de klimaatprestatie van hout beter kan worden gewaardeerd in de MPG. In opdracht van de Dutch Green Building Council wordt op de korte termijn gekeken hoe het een en ander praktisch kan worden uitgewerkt in een score.