De zorgen over klimaatverandering en vervuiling zijn de afgelopen jaren steeds groter geworden. Uit onderzoek van Veolia blijkt dat maar liefst 58 procent van de Nederlanders zich kwetsbaar voelt voor de risico's van klimaatverandering en vervuiling. Deze bezorgdheid onderstreept de noodzaak van de energietransitie, een cruciale stap in het aanpakken van deze uitdagingen.
Om de klimaatdoelen te bereiken is het essentieel om zowel de energieproductie als het energieverbruik te verduurzamen. Lokale energieoplossingen, waarbij energie op kleinere schaal wordt opgewekt en gebruikt, spelen hierbij een sleutelrol. Dit wordt ook bevestigd door het onderzoek van Veolia: 74 procent van de ondervraagden geeft aan bereid te zijn om meer te betalen voor energie die lokaal wordt geproduceerd uit niet-recyclebaar afval om CO2-uitstoot te verminderen. Door energieverbruik te reduceren en slim om te gaan met duurzame bronnen, dragen we bij aan klimaatneutrale energie voor de toekomst.
De gebouwde omgeving speelt hierin een belangrijke rol, aangezien deze verantwoordelijk is voor een aanzienlijk deel van het totale energieverbruik in Nederland. Door energieverbruik in gebouwen te verminderen en energie lokaal op te wekken, kunnen we grote stappen zetten richting een energieneutrale toekomst.
Duurzame maatregelen zoals het efficiënt verwarmen en koelen van kantoren, het tijdig plegen van onderhoud aan installaties helpen om het energieverbruik van gebouwen drastisch te verlagen. Tegelijkertijd maakt de combinatie van zonnepanelen en batterijopslag met warmtepompen gebouwen minder afhankelijk van het landelijke energienet en reduceren ze de CO2-uitstoot. Het Veolia-onderzoek laat ook zien dat het behalen van concrete resultaten, die de gezondheid en levenskwaliteit verbeteren, sterk afhangt van de samenwerking tussen betrokken partijen.
De industrie is een van de grootste energieverbruikers in ons land. Toch zien we dat bedrijven steeds vaker investeren in lokale energieoplossingen zoals zonnepanelen, windturbines, energieopslag in batterijen en restwarmte. Dit vermindert zowel de energiekosten als de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Echter, nog lang niet alle kansen om te verduurzamen worden benut. De overstap naar lokale energieoplossingen vereist aanzienlijke investeringen en veranderingen in infrastructuur, productieprocessen en energiebeheer.
In veel industrieën blijft er een grote afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door de toegenomen vraag naar elektriciteit, wat netcongestie met zich meebrengt die de leveringszekerheid onder druk zet. Anderzijds is de energiebehoefte zo groot, dat we hieraan nu nog niet kunnen voldoen. Er zijn veel inspanningen nodig om substantiële reducties in de CO2-uitstoot van de industrie te realiseren. Het huidige tempo is onvoldoende om de klimaatdoelen te halen. Daarom zijn versnelde inspanningen, slimme oplossingen om netcongestie te tackelen, en meer samenwerking nodig, met de nodige ondersteuning van de overheid.
Lokale energieopwekking versterkt niet alleen de industrie en de gebouwde omgeving, maar ook de zelfvoorzienendheid van regio’s. Door de opkomst van energiecoöperaties kunnen mensen gezamenlijk investeren in duurzame projecten, wat de energietransitie op lokaal niveau bevordert. De energietransitie is niet alleen een taak voor de industrie, maar dat ook regionale initiatieven spelen een belangrijke rol in het realiseren van een duurzamer energiesysteem.
De Nederlandse overheid stimuleert lokale energieprojecten via subsidies en gunstige regelgeving. Dit is essentieel voor de energietransitie. Samenwerking tussen overheid, bedrijven en burgers is noodzakelijk om de ontwikkeling van lokale energieoplossingen te versnellen en obstakels te overwinnen. Toch ontbreekt er bij de overheid een sterke langetermijnvisie voor de industrie om duurzame investeringen te doen.
“De overheid moet duurzaamheidsinitiatieven prioriteit geven en een betrouwbare langetermijnvisie ontwikkelen”, zegt Jan Lenstra, CEO bij Veolia Nederland. “Het gebrek aan beleidscontinuïteit en de vrees voor bureaucratische obstakels zorgen voor aarzeling zowel binnen de industrie als onder ambtenaren. Voor vooruitgang in de Nederlandse industrie is een betrouwbare, snel werkende overheid nodig die niet door angst wordt geleid en bereid is om consistente en doelgerichte maatregelen te nemen om de verduurzaming van de Nederlandse industrie te stimuleren.“
Jan Lenstra vervolgt: “Een mogelijke benadering is het stimuleren van grote industriële bedrijven om zelf op lokaal niveau energie op te wekken en te gebruiken. Het is dan wel noodzakelijk dat de overheid de nodige ruimte biedt voor lokale oplossingen. Zo kunnen bedrijven op bedrijventerreinen de handen ineenslaan door bijvoorbeeld collectieve energiehubs op te zetten. Alleen met gezamenlijke inspanningen kunnen we de klimaatdoelstellingen behalen en een energieneutrale samenleving realiseren.”