Uit recente monitoring van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) blijkt dat er steeds meer overheidssubsidie gaat naar circulaire projecten. De geldstroom nam toe van € 236 miljoen in 2018 tot € 295 miljoen in 2020. In het onderzoek keken ze naar projecten uit 23 Nederlandse en Europese subsidieregelingen, variërend van de MIT en DEI tot Horizon 2020. Daarnaast namen ze ook fiscale regelingen mee, zoals de WBSO en MIA\Vamil, het aantal octrooien en programma’s zoals Versnellingshuis Nederland Circulair!
In een rapport brengen ze de trends in kaart van de circulaire projecten: welke grondstoffen worden gebruikt, welke producten worden ontwikkeld, in welke sectoren en in welke provincie. In 2020 hebben de meeste van de projecten betrekking op de maakindustrie en kunststofindustrie. Daarbinnen is vooral de chemie dominant.
De circulaire projecten gaan net als in voorgaande jaren vooral over recycling van afvalstromen (67% van het budget). Er is daarnaast een beperkte toename zichtbaar van de projecten die zich hoog op de R-ladder bevinden, Reduce (R2, bijvoorbeeld minder materiaal per product gebruiken) en Reuse (R3, hergebruik van producten).
De mate van circulariteit wordt vaak gerelateerd aan de zogenaamde R-ladder. Hoe hoger een strategie op de R-ladder staat, hoe circulairder de strategie is. R1 is de hoogste trede.
In 2020 ziet RVO 475 nieuwe circulaire projecten, waar 1278 bedrijven en organisaties aan meedoen. Via de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) meldden 2326 bedrijven dat zij circulaire activiteiten hebben, waar ze fiscale ondersteuning voor krijgen.
De monitoringsrapportage brengt ze voor het derde opeenvolgende jaar uit binnen het Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie 2019-2023 van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Het doel van het programma is om de door het kabinet uitgezette koers naar 2050 te kunnen monitoren en te evalueren. En de overheid te voorzien van de kennis die nodig is voor de vormgeving of bijsturing van beleid.
Alle informatie uit het werkprogramma leidt tot de tweejaarlijkse Integrale Circulaire Economie Rapportage. Hiermee wil het Planbureau voor de Leefomgeving een compleet beeld schetsen van de transitie naar een circulaire economie. Het subsidiebudget dat naar circulaire projecten gaat is een van de belangrijke factoren die de snelheid van die transitie bepalen. RVO monitort dit deel.
Het kabinet streeft naar een volledig circulaire economie in 2050.
Het Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie 2019-2023 is een samenwerkingsverband van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML), het Centraal Planbureau (CPB), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), Rijkswaterstaat (RWS), TNO en Universiteit Utrecht onder leiding van het Planbureau voor de Leefomgeving.